In een oud griezel huis,
Daar voel ik me niet thuis.
Op die oude zolder zijn meer dan genoeg spoken,
Daar willen zij mij koken.
Dit griezelige huis wil ik nooit meer in,
Zelfs niet met de koningin.
Ik hoor meer dan een gil,
Zeker in de maand april.
Ik heb geen moed meer,
Ja zeg, excuseer,
Van wie zou dit huis zijn?
Wordt dat mijn domein?
Ik neem het niet aan, dat stuk brol,
Geef mij maar een ander plekje op de aardbol.
Kan me niet schelen hoe oud het is,
Gooi het in de wildernis!
Zo rijk ben ik ook weer niet,
Dat is geen favoriet.
Ik kreeg een rondleiding,
In kinderkleding.
Ik was zo bang,
Ik kreeg het warm aan mijn wang.
Ik hoor iets op de trap, er is zeker oorlog geweest,
Of beter gezegd een feest.
Ik gil zo hard,
Je kunt het zien aan mijn hart.
Ik word zo rood als een tomaat,
Zo verander ik het klimaat.
Is het door mij, moet ik naar de gevangenis?
Dat is van grote betekenis.
Mijn mama zegt: "Jij krijgt een grote zak snoep,
Maar eerst lekkere soep!"

Waardering: 7.17 met 48 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Jennifer

Printbare versie
Dit gedicht verzenden naar een vriend(in)

Hierboven kun je dit gedicht een waardering geven. Het aantal punten loopt van 1 tot 10, waarbij 1 heel slecht is en 10 heel goed. Klik je op stemmen, dan wordt je stem verzonden en ga je naar het volgende gedicht.
 
Volgende gedicht: Wij samen vier handen
Vorige gedicht: Laat het nu komen
 
© 2006 - 2023 Jan Hengeveld.