Een jaar geleden zag ik een geest,
Hij had wel iets weg van een beest.
Hij kwam niet voor mij,
Hij kwam voor de buurman (de bij).
Hij had bruin haar,
En omdat hij wat ouder was ook staar.
Maar waarvoor hij kwam,
Hij had een paar dingen bij zich zoals een pan.
Hij had ook een afstandsbediening,
En aan zijn vinger een gouden ring.
Hij noemde zichzelf de geest van het heden,
Daarna kwam de geest van het verleden.
Ik ging mee terug in de tijd,
In het verleden van de buurman, dat was een feit.
Ik zag hoe hij geleefd had,
Als ik hem was, was ik mijn leven allang zat.
Hij had dingen gedaan die niet mochten,
En vaak voor zijn leven gevochten.
Tenslotte was hij niet een liefhebber van de mens,
Dus als hij nat werd, deed hij een wens.
Opeens was ik weer terug in mijn kamer,
Daar zag ik de geest van de toekomst met een hamer.
Hij was erg groot en lang,
Van hem werd ik wel een beetje bang.
Hij zei helemaal niets en wees de weg,
De volgende dag zou de buurman bewusteloos geslagen worden tegen een heg.
Hij werd met spoed naar het bijenziekenhuis gebracht,
Toen hij weer bijgekomen was, kreeg hij les van zijn leerkracht.
Hij moest weer leren lopen,
En zijn familie maar hopen.
Uiteindelijk overleed hij,
Dat was de doorslag voor mij.
Ik ging snel terug naar huis,
Ik wilde de buurman waarschuwen voor de muis.
Door de muis was het ongeluk gebeurd,
Ik ging naar de buurman en toen ik het verteld had, noemde hij me nerd.
Ik zou een vervelend iemand zijn,
Ik vond dat hij het dan zelf maar moest weten en de volgende dag op het plein.
Kwam hij naar me toe,
Hij leek erg moe.
Hij vertelde dat hij er de hele nacht over had gedacht,
Hij vond het in het begin nogal verdacht.
Hij besloot om me toch maar te geloven,
Samen gingen we naar boven.
We dronken wat en gingen naar buiten,
Hij verstopte zich achter mijn kuiten.
We voorkwamen het ongeluk,
Hij gaf me een knuffel van geluk.
We gingen samen naar zijn familie om het te vertellen,
Daar ging hij zijn werk bellen.
Hij nam meteen ontslag,
En alsof hij het wist de volgende dag.
Won hij de staatsloterij,
Zijn geluk kon niet op voor een bij.
Ik kreeg een deel van zijn geld,
En als laatste (dit heb ik nog nooit verteld).
Mocht ik de geesten bedanken,
Bij het afscheid stonden we samen te janken.
Dit bijzondere verhaal is werkelijk gebeurd,
En nu is het jouw beurt!

Waardering: 7.17 met 82 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Gangster_girl

Printbare versie
Dit gedicht verzenden naar een vriend(in)

Hierboven kun je dit gedicht een waardering geven. Het aantal punten loopt van 1 tot 10, waarbij 1 heel slecht is en 10 heel goed. Klik je op stemmen, dan wordt je stem verzonden en ga je naar het volgende gedicht.
 
Volgende gedicht: muziek is iets heel bijzonders voor mij
Vorige gedicht: Musical is te gek
 
© 2006 - 2023 Jan Hengeveld.